Stories
David Bowie (1947 – 2016): een muzikale terugblik
David Bowie, een artiest die zichzelf keer op keer opnieuw kon uitvinden. “Door in de huid van een nieuw personage te kruipen kon ik iedere keer heel anders tevoorschijn komen”. Van Ziggy Stardust tot The Thin White Duke, Bowie wist met ieder album te verrassen en precies te doen wat men niet van hem verwachtte. Hieronder een 17-tal hoogtepunten uit misschien wel de meest omvangrijke carrière uit de muziekgeschiedenis.
Na een aantal commercieel mislukte poging als Davy Jones verschijnt in het najaar van 1967 het titelloze debuutalbum van David Bowie. Het album bevat onder meer het nummer ‘Love You ‘Til Tuesday’, dat later in 1967 in een opnieuw opgenomen versie een hit wordt in Engeland. Dit is het enige album dat Bowie opnam voor platenlabel Deram.
Bowie’s tweede album krijgt in eerste instantie ook geen titel mee, maar zal later worden omgedoopt tot ‘Space Oddity’. Hier wordt al duidelijk dat Bowie zich moeiteloos kan verplaatsen in een personage. In de video van het titelnummer zien we een roodharige Bowie in een glittertruitje, wat volledig in lijn ligt met het onderwerp van het nummer.
Van Bowie’s derde album ‘The Man Who Sold The World’ worden officieel geen singles uitgebracht. Het titelnummer wordt echter wel een hit voor zangeres Lulu en krijgt in de jaren negentig een tweede leven wanneer Nirvana het nummer speelt tijdens hun MTV Unplugged-sessie. Het vierde album ‘Hunky Dory’ bevat twee echte Bowie classics; ‘Changes’ en ‘Life On Mars’. Op de laatste wordt het space-thema van ‘Space Oddity’ verder voortgezet en in de video zien we een Bowie die dik in de make-up zit.
Voor zijn vijfde album kruipt Bowie in de huid van zijn eerste echte alter ego Ziggy Stardust. Het album ‘The Rise And Fall Of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars’, vaak afgekort tot ‘Ziggy Stardust’, wordt een absolute klassieker in het oeuvre van Bowie. ‘Starman’ (weer een space gerelateerd nummer) en de titeltrack groeien uit tot evergreens.
Bowie is extreem productief in de eerste helft van de jaren zeventig. In 1973 brengt hij maar liefst twee albums uit; ‘Aladdin Sane’ en het coveralbum ‘Pin Ups’. In 1974 verschijnt het album ‘Diamond Dogs’. Op de getekende hoes zien we Bowie met het lichaam van een hond. Op de eerste persing zijn de genitaliën van de hond te zien, dit wordt echter daarna aangepast. Ter promotie van de van dit album afkomstige single ‘Rebel Rebel’ treedt Bowie op in de studio van TopPop.
De stroom van Bowie-albums blijft constant. ‘Young Americans’ verschijnt in 1975 en in 1976 kruipt hij voor de release van ‘Station To Station’ in de huid van ‘The Thin White Duke’. Het album bevat opvallend veel lange nummers en wordt vooraf gegaan door de single ‘Golden Years’. Ook bevat het Bowie’s grootste culthit: ‘Wild Is The Wind’.
Het laatste deel van de jaren zeventig brengt Bowie voornamelijk door in Berlijn. Hier neemt hij drie albums op die later bekend zouden staan als de ‘Berlin Trilogy’. ‘Low’ en ‘Heroes’ verschijnen allebei in 1977, ‘Lodger’ in 1979. Alle drie albums worden geproduceerd door Tony Visconti.
Het album ‘Scary Monsters (And Super Creeps)’ verschijnt in 1980. Het album bevat de hits ‘Fashion’ en ‘Ashes To Ashes’. Op dit laatste nummer keert een oude bekende terug, namelijk Major Tom uit het nummer ‘Space Oddity’. Major Tom wordt hierin omschreven als een ’junkie uit een vroeger nummer’.
Hierna wordt het op albumgebied even wat rustiger rondom Bowie. Wel neemt hij met Queen het duet ‘Under Pressure’ op en voor de soundtrack van de film ‘Cat People’ neemt hij de titelsong op. Inmiddels begint het geluid van popmuziek in het eerste deel van de jaren tachtig te veranderen door de opkomst van disco en het gebruik van keyboards en drumcomputers. Veel artiesten uit de jaren zeventig proberen hier wanhopig bij aan te haken, wat vaak leidt tot minder geslaagde album. Bowie besluit deze benadering om te draaien. Hij vraagt Nile Rodgers, die grote hits schreef en produceerde voor Chic, om zijn nieuwe album te produceren, maar dan vanuit het oogpunt van een disco-producer die een rockplaat maakt. Het resultaat valt niet bij alle die-hard Bowie fans even goed, maar uiteindelijk wordt het album ‘Let’s Dance’ vanuit een commercieel oogpunt het meest succesvolle uit Bowie’s carrière.
Het succes van ‘Let’s Dance’ krijgt een jaar later al een vervolg door middel van het album ‘Tonight’. Hierna richt Bowie zich een paar jaar bijna alleen op nummers voor soundtracks. ‘This Is Not America’, het duet met de Pat Metheny Group voor The Falcon & The Snowman, ‘Underground’ voor Labyrinth, ‘When The Wind Blows’ voor de gelijknamige film en misschien wel zijn meest ondergewaardeerde eighties track ‘Absolute Beginners’.
In 1987 verschijnt er dan eindelijk weer een nieuw studio album, ‘Never Let Me Down’. Het album is niet zo’n succes als zijn twee voorgangers, maar de bijbehorende ‘Glass Spider Tour’ is één van de meest succesvolle tours die Bowie ooit deed tot dat moment.
Eind jaren tachtig is Bowie even klaar met het leven van soloartiest en hij richt de band Tin Machine op waar hij twee albums mee opneemt in 1989 en 1991. Pas in 1993 verschijnt er met ‘Black Tie, White Noise’ weer een nieuw Bowie album, met als enige hit ‘Jump They Say’. Hetzelfde jaar verschijnt ook het soundtrackalbum ‘The Buddha Of Suburbia’.
Bowie hervindt mid jaren negentig zijn productiviteit en stort zich op de drum & bass. In 1995 verschijnt het album ‘Outside’, ruim een jaar later gevolgd door ‘Earthling’. ‘Hello Spaceboy’ (met de Pet Shop Boys) en ‘Little Wonder’ zijn de meest succesvolle nummers van deze albums.
Op de grens van het millennium gaat Bowie op het album ‘Hours…’ weer terug naar de pop. Bowie was de eerste grote artiest die zijn album eerder als download dan als CD uitbracht (die verscheen twee weken na de download). Het album wordt lovend ontvangen, mede dankzij de prachtige single ‘Thurday’s Child’.
Het nieuwe millennium begint hoopgevend voor Bowie fans. Zowel in 2002 als in 2003 verschijnen er nieuwe albums (‘Heathen’ en ‘Reality’), maar daarna wordt het lang stil. Bowie doet nog wel een tournee voor het ‘Reality’ album, waarvan een CD en DVD verschijnen. Er lijkt er lange tijd op dat Bowie daarna met vervroegd pensioen gegaan is, tot er plots in 2013, tien jaar na zijn laatste album, het nieuws komt dat er een nieuw album zal verschijnen. ‘The Next Day’ staat al vol met verwijzingen naar het verleden.
Na het verschijnen van ‘The Next Day’ wordt er druk gespeculeerd over een mogelijke tour, maar alle geruchten worden al snel de kop ingedrukt door de mensen rondom Bowie. Hij zal nooit meer gaan toeren. Hierdoor nemen de geruchten over een slechte gezondheid toe, maar vanuit het Bowie kamp komt verder geen nieuws. Totdat er eind vorig jaar ineens de aankondiging komt van een nieuw album, ‘Blackstar’ genaamd. De gelijknamige track verschijnt alvast online, gevolgd door de single ‘Larazus’. ‘Blackstar’ verscheen afgelopen vrijdag. Een moeilijke maar mooie plaat volgens de critici, met donkere teksten. Die teksten vallen nu op zijn plek, wetende dat David Bowie al geruime tijd ziek was en vanmorgen vroeg overleed. Luister goed naar de tekst: “Look up here, I’m in heaven”.
1 Comment