Stories
The Beatles intiem, rauw en direct op The White Album
Het is precies 50 jaar geleden het dubbelalbum getiteld The Beatles (beter bekend als The White Album) werd uitgebracht. De muziekwereld was destijds compleet verrast, vanwege de muzikale inhoud. Terecht, want alles was anders aan die vol experimenten zittende dubbelaar, waarop alle individuele bandleden een vrijbrief gekregen leken te hebben om volledig hun eigen gang te gaan. Maar hoe vreemd iedereen op die grabbelton in 1968 reageerde, exact 50 jaar later wordt het fragmentarisch tot stand gekomen album, ondanks (of juist vanwege) de wisselende sferen en extreme karakters wel degelijk gezien als een van de hoogtepunten in het oeuvre van The Fab Four uit Liverpool. De nieuwe jubileumeditie biedt veel extra’s die het hele opnameproces beetje bij beetje verduidelijken.
Dat moeilijke negende album. Andere groepen worstelen soms met het overtreffen van hun debuut of hebben vóór de opnamen van hun derde hun artistieke kruid verschoten, maar The Beatles hadden vóór 1968 de geschiedenis van de popmuziek al bijna acht keer volledig op zijn kop gezet. Wat te doen na het zowel vanuit artistiek als commercieel oogpunt bekeken succes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band? Het moet ook voor producer George Martin en engineer Geoff Emerick een vreemde gewaarwording zijn geweest dat de Beatles met een bundel veelal akoestische, los van elkaar geschreven schetsen de studio instapten. De band stond voor het eerst onder spanning, niet in de laatste plaats door liefdesperikelen van de twee belangrijkste songschrijvers, al zijn er veel meer redenen te bedenken waarom 1968 een rampjaar voor de band genoemd kon worden. Toch leidde dat alles tot een document van een dubbelaar met dertig tracks. Door Paul McCartney werd dat in een maagdelijk witte hoes gestoken album (artwork: Richard Hamilton), en niet eens gekscherend, ook wel ‘The Tension Album’ genoemd. De groep begon gedurende het proces erheen voor het eerst fikse, naar later bleek onherstelbare scheuren te vertonen. Een groepsfoto ontbreekt op de hoes. In plaats daarvan staan er vier afzonderlijke portretten van de bandleden op de achterkant.
Vijftig jaar verder blijkt The White Album behoorlijk tijdloos en in veel gevallen nog altijd even spannend als destijds. Ondanks het feit dat de heren elkaar steeds vaker irriteerden, niet goed raad wisten met het verzorgen van het eigen management (sinds in 1967 manager en vriend Brian Epstein op slechts 32-jarige leeftijd het leven liet en niet vervangen werd) en andere zakelijke beslommeringen, leverde de vaak moeizaam verlopen sessies toch weer een om meerdere redenen revolutionair klinkend album op. Bijna stiekem slaagden de bandleden er opnieuw in de grenzen van de popmuziek weer wat verder op te rekken. Door zowel nieuwe experimenten, of door juist heel erg basic en ongepolijst te opereren. De uiteindelijke opnamen vonden plaats tussen eind mei en half oktober op twee plaatsen in Londen: de officiële EMI-studio Abbey Road en de destijds hypermoderne Trident Studio’s in Soho. Die laatste, door Norman Sheffield (drummer van The Hunters) geïnitieerde studio maakte, in tegenstelling tot veel andere studio’s, wel al gebruik van Dolby noise-onderdrukking en een 8-sporen opnamedeck. Toch moest het album in de ogen van de twee belangrijkste bandleden vooral rauw en direct klinken. En zo geschiedde.
Veel van de songs zijn geschreven toen de mannen na de opnamen van de single Lady Madonna naar India waren vertrokken. In Rishikesh werd daar gemediteerd met Maharishi Mahesh Yogi. Als we de belangrijkste geschiedschrijvers mogen geloven, gebeurde het songschrijven zonder de LSD waarmee Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band in 1967 tot stand was gekomen. Ook was de band ‘afgekickt’ van het voor hun begrippen commercieel gezien stevig mislukte psychedelische avontuur genaamd Magical Mystery Tour dat in datzelfde jaar nog officieel op 2 losse EP’s was verschenen. Met hooguit wat marihuana zouden de liedjes voor The White Album geschreven zijn, zo gaat het verhaal. Met een grote hoeveelheid akoestisch ontstane schetsen onder de arm gingen ze in ieder geval terug naar hun geboorteland. In de laatste week van mei werden in een buitenverblijf van George Harrison genaamd Kinfauns (in de plaats Esher, in het county Surrey, iets ten zuiden van Londen) een groot aantal akoestische demo’s opgenomen. Zevenentwintig tracks in totaal, waarvan er maar liefst negentien later in soms amper, soms volledig verbouwde versies op de dubbelaar terechtkwamen.
Over het eindresultaat zijn de meningen nog altijd heerlijk verdeeld. Tekenend voor de hele situatie toen was misschien wel het feit dat engineer Geoff Emerick na ongeveer driekwart van de opnamen de pijp aan Maarten gaf. Vanwege de verziekte sfeer waarin de opnamen zich voltrokken (tot ongenoegen van iedereen behalve John Lennon was ook Yoko Ono steeds in de studio aanwezig) doodleuk vertrok om niet meer terug te keren. Veel geleerden vinden het grotendeels aan het brein van Lennon ontsproten Happiness Is A Warm Gun nog altijd een van de meest verrassende, afwijkende, van een gouden melodie voorziene tijdloze klassiekers van de groep, terwijl zij het door Paul McCartney geschreven Ob-La-Di, Ob-La-Da dan weer een van de meest afgrijselijke, Beatles-onwaardige popgedrochten uit hun complete oeuvre vinden. Veel critici vinden de aanzetten tot songs, zoals het onaffe Why Don’t We Do It In The Road, afbreuk doen aan een album waarop een meesterlijke track als While My Guitar Gently Weeps aanwezig zijn. Die song werd geschreven door George Harrison, en die durfde het zowaar zelfs aan om vriend Eric Clapton naar de studio te laten komen om op diens Gibson Les Paul de gitaarsolo in te laten spelen. Het wondermooie resultaat is bekend.
Ook over de ruim 8-minuten durende geluidscollage Revolution 9, vervaardigd door een losgeslagen Lennon (met nieuwe vriendin en kunstenares Yoko Ono nooit heel ver uit zijn buurt) zullen The Beatles destijds evenveel discussie gevoerd hebben als critici woorden vuil maakten aan deze vorm van avant-garde. Het paranoïde aandoende hoorspel deed dienst als tegenwicht aan mooi ingetogen akoestische popparels als Blackbird (McCartney) en Julia (Lennon) op hetzelfde, als extreem dynamisch te ervaren album. De lijst met muziekgenres waar de band mee flirt op The White Album is lang. Naast rock-‘n-roll, blues, folk, country, reggae en avant-garde is dat ook een vorm van hardrock. Luid scheurende elektrische gitaren haalden namelijk ook de eindmix; opener Back In The U.S.S.R. mag als heel stevig gekend zijn, de compleet over de top gaande snarengeseling in Helter Skelter zorgde ervoor dat die track inmiddels te boek staat als de song waarmee Paul McCartney garagerockgeschiedenis schreef. Nog altijd vinden bepaalde recensenten het onvergeeflijk dat de heren Beatles in een vlaag van verstandsverbijstering het prachtige liedje Good Night in lieten zingen door uitgerekend hun minst begaafde zanger: Ringo Starr.
Allemaal zaken die ook 50 jaar na dato van The Beatles (The White Album) begrijpelijkerwijs een veelbesproken document maken. De nu verschenen goed gedocumenteerde, in diverse vormen verschenen heruitgaven van het album zorgen voor nog meer positieve discussiestof. Zo leggen de nog intiemere demoversies van onder meer Julia, Blackbird, Mother Nature Son en Revolution (met gezellige handclaps en koortjes, want er was zeker niet continu ruzie) die de heren als nog rafeliger klinkende demo in dat huis van George Harrison opnamen (alle 27 tracks van de Esher Demo Session zijn aanwezig in de Deluxe en Super Deluxe versies) de pure kracht van die composities bloot. Ook is nu te beoordelen hoe vreemd het is dat een aantal tracks uit die demosessies de officiële release van The White Album niet haalden.
In de meest uitgebreide Super Deluxe versie van de re-release zijn daarnaast maar liefst nog 50 stuks aan alternatieve opnamen te horen, vastgelegd tijdens de sessies in de andere studio’s. Alles tezamen verschaffen die 107 tracks (!) een perfect beeld van een band die wellicht door conflicten steeds verder verscheurd raakte, maar ook dat van een viertal zeer getalenteerde muzikanten die individueel soms tot grote artistieke hoogten konden stijgen. Zo is er een alternatieve versie te horen van het machtige Hey Jude. Dat kwam weliswaar niet op The White Album terecht, maar werd wel degelijk tijdens die opnamen ingeblikt en als single, ondanks de afwijkende, zeer ongebruikelijke lengte, wereldwijd scoorde en lang veel hitlijsten aanvoerde. Het feit dat niet heel lang daarna de band ophield te bestaan betekende in dit geval geenszins dat deze over-getalenteerde individuen tot griezelig interessante zaken in staat waren. Los van elkaar, of uiteindelijk toch samen. Dankzij de remixen van Giles Martin (zoon van de oorspronkelijke producer George) klonken die opnamen nog nooit zo goed en is dat oorspronkelijke 30 tracks tellende album in de meest luxe uitgave nu ook in een Audio 5.1 mix te ondergaan!
Klik hier om de uitgebreide jubileumeditie van The White Album te bestellen.
Tekst: Willem Jongeneelen