Stories
Classic album: Johnny Cash – American Recordings
Halverwege de jaren ’90 lijkt de carriere van Johnny Cash zijn beste tijd te hebben gehad. In 1985 verlaat hij na ruim 20 jaar zijn label Columbia, omdat Cash niet meer het gevoel heeft dat het label zich om zijn muziek bekommert. Hij tekent een nieuw contract bij Mercury Records waar hij tussen 1987 en 1993 vier albums uitbrengt. Deze albums worden stuk voor stuk zeer matig ontvangen door zowel pers als fans. Het lijkt er definitief op de dat de man die de country in de jaren ’60 en ’70 naar een gigantisch groot publiek bracht klaar is.
Als zijn contract met Mercury in 1993 afloopt, wordt Cash benaderd uit onverwachte hoek. Producer en labelbaas Rick Rubin, tot dat moment vooral bekend als producer voor grote hiphop en metal artiesten, wil Cash tekenen op zijn label American Recordings. Het label, met artiesten als Slayer, The Black Crowes, Danzig en The Geto Boys, lijkt niet direct een match te zijn met het repertoire van Cash.
Maar Rubin overtuigd Cash om een album te maken waarop hij terug gaat naar zijn roots. Cash had reeds in de begindagen van zijn carriere ontdekt dat zijn stem het beste tot zijn recht komt met minimale begeleiding. Dit was dan ook de reden dat hij tijdens zijn gehele loopbaan regelmatig in de clinch lag met producers, die hem meer de pop kant op wilden sturen of koortjes en violen aan de opnames toe wilden voegen. Maar Rubin wilde juist het tegenovergestelde, en de samenwerking bleek een gouden combinatie te zijn.
Onder bezielende leiding van Rubin neemt Cash het nieuwe album op in de huiskamer van de producer met zijn eigen gitaarspel als enige begeleiding. Alleen de nummers ‘The Tennessee Stud’ en ‘The Man Who Couldn’t Cry’ werden live opgenomen in The Viper Room in Los Angeles, de club die destijds eigendom was van Johnny Depp.
De songs op American Recordings zijn een mix van covers en eigen composities. Tom Waits en Glen Danzig schrijven beiden een nummer speciaal voor dit album. Cash schrijft vier nieuwe nummers en neemt twee oude nummers uit zijn repertoire opnieuw op (‘Delia’s Gone’ en ‘Oh, Bury Me Not’). Daarnaast staan nummer van Nick Lowe, Kris Kristofferson, Leonard Cohen, Eddie Arnold en Loudon Wainwring III op de lijst met op te nemen nummers. ‘Delia’s Gone’ verschijnt als eerste single. De video voor de single is geregiseerd door Anton Corbijn.
Het album verschijnt op 26 april 1994 en wordt door critici met open armen ontvangen. Zo noemt het Engelse blad Q het ‘het meest ambitieuze album van het jaar’ en muziekblad OOR verkiest het tot het op één na beste album van dat jaar. Overal wordt de zelfreflectie in de teksten van Cash en de minimale productie van Rubin bejubeld. Tijdens de Grammy uitreikingen in 1995 wint het album de Grammy voor ‘Best Contemporary Folk Album’.
Het album zet Johnny Cash in één keer terug op de kaart en samen met Rubin maakt hij tot zijn dood nog dire albums in dezelfde stijl (‘Unchained’, ‘American III: Solitary Man’ en ‘American IV: The Man Comes Around’). De albums worden op dezelfde manier samengesteld, met zowel covers als nieuwe nummers, al wordt er wel meer instrumentatie toegevoegd, waarbij de leden van Tom Petty & The Heartbreakers een prominente rol spelen. Zelfs na zijn dood in september 2003 verschijnen er nog albums in de American Recording serie (De boxset met niet uitgebrachte opnames ‘Unearthed’ vlak na zijn overlijden, ‘American V: A Hundred Highways’ in 2006 en ‘American VI: Ain’t No Grave’ in 2010).
De bijna 50-jarige carriere van Johnny Cash had geen waardiger einde kunnen krijgen dan deze serie albums, die laten zien dat de juiste combinatie van artiest en producer tot een prachtig resultaat kan leiden.
Meer horen? American Recordings van Johnny Cash kun je hier luisteren, downloaden of kopen (hier ook op LP). De andere delen zijn ook via deze links te vinden.
1 Comment