Stories
Cuby + Blizzards: legendes uit de provincie
Popmuziek is in de jaren zestig in Nederland lang vooral een grootstedelijk fenomeen. Wanneer Cuby + Blizzards ten tonele verschijnen, krijgt ook het platteland een stem. Als geen andere band weet deze groep rond zanger en tekstschrijver Harry Muskee de eenzaamheid, de stilte en isolement van de provincie te verwoorden. Hij wordt natuurlijk vooral geïnspireerd door de omgeving waar hij zelf opgroeide en woonde: zijn geliefde Drenthe.
Cuby + Blizzards ontstaat in de vroege jaren zestig. Spil is vanaf het begin zanger Harry Muskee, die er in jazz en rock-‘n-roll bandjes dan al een heel muzikaal leven op heeft zitten. De oerbezetting van de band bestaat verder uit Eelco Gelling (gitaar), Willy Middel (bas), Hans Kinds (gitaar) en Dick Beekman (drums). De hond van de buren verschaft het stel de eerste helft van de bandnaam. De tweede wordt simpelweg uit een woordenboek geplukt.
Op de eerste singles is de band nog zoekende naar een eigen geluid. Wanneer in 1967 Desolation uitkomt, blijkt Cuby + Blizzards dat gevonden te hebben. Het debuutalbum is een hartstochtelijke liefdesverklaring aan de blues. “Ik hield van jongs af aan van muziek, zoals jazz en rock & roll”, vertelde de zanger tijdens zijn comeback in de jaren negentig. “Ik luisterde ’s avonds regelmatig naar Radio Free Europe. Op een keer draaiden ze iets van John Lee Hooker. Het kwam als een mokerslag aan. Wat het was? Ik denk een soort herkenning. Hij vertolkte een gevoel van melancholie dat ik dagelijks met mij mee torste. Vanaf dat moment was de blues de rode draad in mijn leven.”
De titel van het debuut is een verwijzing naar Desolation Angels, een boek van de destijds door jeugd stukgelezen Jack Kerouac. Het heeft tegelijkertijd betrekking op de afstand die de band voelt ten opzichte van de rest van Nederland. Het album is een groot succes, wat nog eens onderstreept wordt als het beloond wordt met een Edison. Cuby + Blizzards profiteert daarbij van de snel groeiende belangstelling voor een jong poppubliek voor de blues, zoals dat zich ook Engeland voltrekt. De band wordt dan ook beschouwd als de Nederlandse tegenhanger van John Mayall & the Bluesbreakers. Eelco Gelling wordt regelmatig in een adem genoemd met gitaargoden als Eric Clapton en Peter Green.
In 1967 en 1968 draait de band mee in de top van de Nederpop. Er wordt getoerd met grootheden als Van Morrison, John Mayall en Alexis Korner. Met de Amerikaanse bluesgigant wordt het album Praise The Blues opgenomen. Ondertussen weet Cuby + Blizzards ook de hitparade te vinden met prachtige, doorleefde songs als Another Day Another Road, Distant Smile en Sunshine of Your Shadow. Het album Groeten Uit Grollo wordt opnieuw juichend onthaald en bevat o.a. Somebody Will Know Someday, waarmee Harry Muskee op ontroerende wijze zijn liefdesverdriet van zich afzingt.
In deze periode woont en repeteert de band in een boerderij in Grollo. Het is een stulpje dat een bijna mythische reputatie krijgt wanneer er voortdurend muzikanten, kunstenaars en fans bivakkeren. Wel verandert de bezetting van de band regelmatig. De volgens velen klassieke samenstelling stabiliseert zich uiteindelijk rond Harry Muskee, Eelco Gelling, Herman Deinum (bas), Helmig van der Vegt (piano) en Hans la Faille (drums). Een aanzienlijk aandeel in het succesverhaal heeft natuurlijk ook pianist Herman Brood.
Hij is dan ook te horen in wat misschien wel het mooiste nummer van Cuby + Blizzards is: Window Of My Eyes. Volgens de overlevering schrijft Harry Muskee het in de bossen buiten Grollo, zittend op een steen, terwijl hij overweldigd wordt door droefheid en snakt naar troost. De solo van Eelco Gelling is van eenzame schoonheid. Jaren later wordt de ballade een nieuw leven gegund wanneer Anton Corbijn het toevoegt aan de soundtrack voor zijn film The American, waarin George Clooney een hoofdrol speelt.
Dat de band ook voluit kan rocken, blijkt uit de single Appleknockers Flophouse waarmee in het najaar van 1969 de Top 40 bezocht wordt. “Blues is voor mij vooral een gevoel geweest”, aldus Harry Muskee. “In muzikaal opzicht betekende het totale vrijheid. Vandaar dat we ook regelmatig van het pad afweken. In de jaren zestig kon dat nog. Later werd blues steeds meer een formule, die streng bewaakt werd door de blues-politie.”
Cuby + Blizzards blijft ook begin jaren zeventig albums maken en concerten geven. Het succes neemt echter gestaag af. De band stopt er in 1972 en neemt voor de VARA televisie nog wel een afscheidsoptreden op. De voormalige leden duiken op in allerlei nieuwe formaties, terwijl Harry Muskee het onder eigen naam probeert te maken. Een poging om de band in 1976 nieuw leven in te blazen, wordt in de kiem gesmoord als Eelco Gelling een invitatie van de Golden Earring met beide handen aanneemt.
In de jaren negentig herleeft de band dan toch, zij het met Erwin Java als vervanger van de in ongenade gevallen Eelco Gelling. Het gerevitaliseerde Cuby + Blizzards toert met veel succes langs de Nederlandse theaters. In 2006 wordt er middels de documentaire 40 Jaar de Blues door alle betrokkenen teruggekeken op een lange historie vol diepe dalen en hoge pieken. In 2009 volgt er zelfs een mooi, nieuw album, liefdevol geproduceerd door mede-Drent Daniël Lohues. Helaas moet er door alle andere toekomstplannen een dikke streep gehaald worden, wanneer op 26 september Harry Muskee overlijdt. De vele reacties die zijn dood oproept, laten zien hoe velen zich in de loop van de jaren herkend moeten hebben in de melancholie zoals hij die vertolkte.
Robert Haagsma
(muziekjournalist, verzamelaar)
3 Comments