Stories

Het begon in Volendam allemaal met The Cats

Published on

Afgezet tegen de bescheiden omvang van het Noord-Hollandse vissersdorp Volendam is het opvallend hoeveel muzikaal talent het in de achterliggende decennia voortbracht: BZN, Canyon, Specs Hildebrand, Nick & Simon, de 3JS, Jan Smit en vele anderen. De Palingsound, een door deejay Joost den Draaijer alias Willem van Kooten bedachte koosnaam voor de muziek uit deze regio, is dan ook niet meer weg te denken uit de Nederpop. Er is echter een groep waar alles mee begint en die voor alle anderen de deuren opent: The Cats.
Verschillende toekomstige Cats-leden zijn begin jaren zestig actief in de lokale groep Electric Johnny & The Skyriders, dat later omgedoopt wordt tot The Blue Cats. Op 30 april 1964 – Koninginnedag! – vindt het eerste optreden als The Cats plaats. Het duurt echter even voor de band, die bestaat uit Cees Veerman (zang, gitaar), Piet Veerman (zang, gitaar), Jaap Schilder (gitaar, toetsen), Arnold Mühren (bas), Theo Klouwer (drums) zijn draai vindt. In de eerste jaren speelt The Cats hoofdzakelijk covers of laten de jongens zich inhuren als begeleiders van gearriveerde Nederlandse artiesten.
Het tij keert als The Cats in 1965 meedoen aan een door Radio Veronica georganiseerde talentenjacht. De band wint en sleept daarmee een contract met het kleine label Durlaphone in de wacht. De singles die daarop verschijnen laten een frisse, enthousiaste beatband horen, maar brengen niet het gedroomde succes. Toch is niet alles tevergeefs. De liedjes worden opgemerkt door platengigant Bovema, het latere EMI. De nieuwe overeenkomst heeft al snel resultaat. De eerste Bovema-single ‘What A Crazy Life’ duikt op in de Top 40.
Bovema gelooft heilig in de band, maar vertrouwt voor de A-kanten van de singles nog wel op externe songschrijvers met meer ervaring. Zo schrijft het duo Roger Greenaway en Roger Cook het vlotte ‘Sure He’s A Cat’, dat net buiten de Top 10 blijft. Met het eveneens door hen geschreven ‘Turn Around And Start Again’ worden wel voor het eerst de contouren van het succesgeluid van The Cats zichtbaar: een rustig tempo, weelderige orkestratie, loepzuivere meerstemmige zang en een subtiele melancholie. Het is een sound die in die dagen vergelijkingen met The Bee Gees oproept. Het karakteristieke geluid wordt verder uitgebouwd met het fraaie ‘Times Were When’, dat in 1968 het begin van de meest succesvolle periode van The Cats markeert.
De absolute doorbraak volgt in hetzelfde jaar met Lea. Het is een liedje met een indrukwekkend verhaal. The Cats hebben in deze periode al een grote aanhang, waarvan een deel zoveel mogelijk optredens bezoekt. Een van de trouwe volgelingen is de uit Wevershoof afkomstige tiener Lia Vertelman. Nadat ze haar bij enkele optredens missen, gaan de bandleden op onderzoek uit. Ze krijgen dan te horen dat de jonge fan overleden is als gevolg van een verkeersongeluk. Het raakt de band zo diep, dat Arnold Mühren besluit de emotie te vertalen naar een liedje. Voor het uitgebracht wordt, laat hij een demo horen aan de nabestaanden. Die zijn diep geroerd, geven het hun zegen, maar vragen de band wel om de droeve aanleiding buiten het nieuws te houden – een verzoek dat The Cats vanzelfsprekend respecteert. Het duurt dan ook meer dan twintig jaar voor het verhaal achter het liedje bekend wordt.
Ook zonder de aanleiding bekend wordt, weet The Cats het publiek recht in het hart te raken met ‘Lea’, zoals het nummer uiteindelijk gaat heten. De emotionele vocalen, de prachtige arrangementen en de meeslepende melodie maken het tot een van de mooiste popsongs uit de Nederpop. Het is dan ook de eerste Nummer-1 hit voor The Cats. Het succes wordt vanzelfsprekend uitgebreid gevierd, maar om voor de hand liggende redenen ondergaan ze de feestelijkheden met gemengde gevoelens.
Ondertussen rijgen de successen zich aaneen. ‘Why’ en ‘Marian’ – allebei gecomponeerd door Arnold Mühren – zijn opnieuw opgetrokken in het inmiddels uit duizenden herkenbare geluid. In 1969, het jaar dat ze uitkomen, ontvangt de band de prestigieuze muziekonderscheiding de Edison. De band slaat in deze tijd ook verder zijn vleugels uit. Er wordt met veel succes getoerd in Indonesië, Suriname en op de Nederlandse Antillen. Ook de grote Duitse markt opent zich voor de Volendamse formatie. ‘Where Have I Been Wrong’, geschreven en gezongen door Piet Veerman, levert een nieuwe nummer-1 hit op.
Het zijn jaren waarin het geluid van The Cats zich verder verdiept, mede onder invloed van de muziek van de Amerikaanse West-Coast. ‘One Way Wind’ van Anold Mühren en het door Piet Veerman geschreven ‘Let’s Dance’ zijn daar mooie voorbeelden van. Ondertussen begint het moordende schema van optreden en opnemen zijn tol te eisen. In 1972 krijgt Cees Veerman problemen met zijn stem en stapt uit de band om vervangen te worden door Piet Keizer, eerder roadie van de band. Veerman keert in 1973 terug.
Het buitenland blijft desondanks trekken. In 1970 is er in Amerika via het Motown-sublabel Rare Earth al de lp ‘45 Lives’ verschenen. De speciaal voor die markt samengestelde compilatie maakt echter weinig los. In 1974 vliegt de band zelfs naar Los Angeles om daar met de befaamde producer Al Capps in de Larrabee Studio een compleet album op te nemen. Het uitstekende ‘Love In Your Eyes’, deels gevuld met nieuwe versies van oude hits, is het klinkende resultaat van die sessies. Het vaderlandse succes is als vanouds. Zowel de lp als de single ‘Be My Day’ halen de eerste plaats van de album- en hitlijst.
Toch is het kortstondige Amerikaanse avontuur het begin van het einde. Onderweg terug naar Nederland besluiten de bandleden te stoppen met optredens. De laatste verplichtingen worden wel afgewerkt, maar de groep besluit zich te focussen op televisiewerk en albums. The Cats komt zo op een laag pitje te staan, wat ruimte laat voor verschillende bandleden om soloplaten uit te brengen. Als het succes zienderogen terugloopt, neemt de band de enige juiste beslissing en stopt. Het slotakkoord volgt in de vorm van ‘The End Of The Show’, een al wat ouder nummer waarmee in 1980 een nieuwe Top-10 hit wordt gescoord.
In de jaren tachtig en negentig volgen nog verschillende reünies, die ondanks enkele nieuwe singlesuccessen de gloriedagen niet terugbrengen. Twee nieuwe liedjes voor een compilatie uit 2006 vormen de laatste concrete wapenfeiten van The Cats. Piet Veerman heeft dan al de eerste solosuccessen op zijn naam staan, terwijl Arnold Mühren in Volendam een geluidsstudio bestiert.  Voor The Cats lijken er geen nieuwe levens in het verschiet te liggen. De muziek krijgt echter geen kans om in de vergetelheid te raken. De songs blijven leven dankzij de vertolkingen van de populaire Tribute to The Cats band. Het originele werk wordt op gezette tijden opnieuw uitgebracht. Zo komt in 2014 onder de naam ‘Complete’ het volledige oeuvre van The Cats in een box uit. Een rondgang op het internet maakt bovendien duidelijk dat talloze oude en nieuwe fans het werk van de band uit Volendam nog altijd hartstochtelijk koesteren. De combinatie van zang, melodie en emotie die The Cats zo uniek maakten, heeft na decennia nog niets van zijn charme verloren.
Alle singles die The Cats uitbrachten in de periode 1965 – 1974 zijn nu, inclusief B-kanten, verzameld op de 49 tracks tellende 2CD ‘Golden Years Of Dutch Pop Music’. Bestel hem nu bij Bol.com:

Door Robert Haagsma

3 Comments

3 Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Don't Miss